Tekst: Huib J. Plankeel, Leiden - www.grijsbaard.nl
Inleiding | |
Pieter de Meijer de jonge | 1610-1617 |
Logier Claessen [de Rousser] | 1617-1636 |
Isaac de Craene | 1636?-1655 |
vacature | 1655-1657 |
Jan Willemsen de Groote | 1657-1669 |
Jan Gillissen van Cruijningen | 1669-1685 |
Esaias de Coster (waarnemend) | 1685-1691? |
Jacobus van Dijcke | 1691?-1703 |
Jan Juyst (interim) | 1703-1704 |
Willem Bassé | 1704-1707 |
Gerard van Bueren | 1707-1712 |
Servaas Loke | 1713-1720 |
Jacobus Loke | 1720-1742 |
Walterus de Smidt | 1742-1761 |
Philippus Christoffel van Hierschot | 1761-1776 |
Philippe le Clercq | 1776-???? |
De secretaris vervulde in het dagelijks leven een belangrijke rol. Dat gold niet alleen in Breskens, maar in alle dorpen en steden. Hij legde in acten vast welke besluiten genomen waren, registreerde koop en verkoop, huwelijkscontracten, notuleerde de rechtszittingen en de vergaderingen van de magistraat enz. Een goed overzicht van zijn taken is te vinden in de in 1706 door de Vrijheer uitgevaardigde Instructie voor den secretaris. De aanleiding daartoe waren ongetwijfeld de problemen, die Eberhard von Danckelman ondervond met de door hem aangestelde secretarissen, al zal een deel van de problemen ook zijn ontstaan, doordat secretarissen werden aangesteld die weinig relatie hadden met Breskens.
Pieter de Meijer de jonge, zoon van Pieter de Meijer de oude, was vanaf de herdijking van Breskens in 1610 secretaris, schoolmeester, stokhouder, ontvanger van de armen, enz., te Breskens. Er bestond een zeker spanningsveld tussen de functie van secretaris, enz., en die van schoolmeester, en in januari 1615 verzocht Pieter (denkelijk wel onder druk) om alleen het schoolmeesterschap te mogen vervullen, en alle andere taken af te stoten. De kerkenraad zou dit aan de magistraat voorstellen1. Uit de stukken blijkt, dat hij nog wel ruim een jaar als secretaris werkzaam bleef. Omstreeks of na 1617 is hij verhuisd naar Vlissingen, waar hij 10 mei 16212 wordt vermeld als schoolmeester in de weesschool. Begin 1622 wordt hij vermeld3 als overleden. Hij was gehuwd met Maeijken Ghenens; van haar is verder niets bekend.
Noten: 1, acta kkr 19-1-1615; 2, ZV 2151h; 3, omloper 1622
Deze komt juni 1617 met attestatie van Zierikzee te Breskens. Hij was net als zijn voorganger zowel secretaris als schoolmeester van Breskens. Meer nog dan zijn voorganger liet hij het secretarisschap prevaleren boven het schoolmeesterschap, en vanaf 1628 vinden we in de kerkenraadshandelingen menigvuldige klachten over hem, omdat hij de school verwaarloost. Volgens de acta wordt hij op 29 juli 1630 als schoolmeester vervangen door Boudewijn van der Beke, maar dat was slechts van korte duur. Februari 1631 wordt hij kennelijk weer als schoolmeester aangesteld. Hij overleed juli/aug. 1636. Logier Claessen, wiens moeder Martijnken Lievens was, komt nooit voor met achternaam. Er is mij evenwel één stuk bekend, dat hij ondertekent als Logier Claessen de Rousser. Logier Claessen was achtereenvolgens getrouwd met Josijntje Lenaerts, Anna Govaerts en Susanna van Houwaert.
Vermoedelijk een familielid van Jacob de Craene, admodiateur van Breskens, tot zijn dood in 1622. Woont sinds 1632 te Breskens. Is in 1635 burgemeester aldaar, en is minstens vanaf aug. 1637 secretaris aldaar. Dat blijft hij tot zijn overlijden in april 1655. Zijn weduwe Anna van der Beecque hertrouwde Pieter Pietersen Cockuijt. Isaac had een (enige) broer Gosardus (te Goes?), die in 1658 de voogdij aanneemt over Isaacs 7 kinderen: Jacob (*1637, trouwt 1659 te Puttershoek), Adriaen (*1639), Maria (*1642, trouwt Johannes Ritzaardt), Isaack (*1645), Abraham (*1647), Eewout (*1649), en Johannes (*1651).
Na het overlijden van Isaac de Craene is de functie van secretaris geruime tijd, minstens tot jan. 1657, vacant. Op 30 juni 1657 wordt Jan Willemsen de Groote samen met zijn vrouw Magdalena Verbrugge lidmaat te Breskens. Kort voor zijn overlijden febr./maart 1669 werd er op zijn goederen beslag gelegd1. Hij werd begraven 2 maart 1669.
Noot: 1, ZV 2151t, n284
Jan Gillissen werd geboren te Kruiningen, en gedoopt aldaar 16 november 1636, zoon van Gillis Melssen en Laurijntje Gillis. Op 2 april 1669 werd hij namens de vrijheer aangesteld tot secretaris, en hij legde de eed af op 1 mei 16691. Vóór oct. 16852 werd hij uit zijn bediening gezet, hetgeen hij aan actie van de nieuwe bailliu Esaias de Coster toeschreef. Jan Gillissen van Cruijningen, die behalve secretaris ook notaris was en landmeter, overleed te Breskens in 1696 en werd aldaar begraven op 15 februari 1696. Hij was gehuwd met Maetje Jacobs de Boer, bij wie hij één zoon had, Jacob (geb. 1668). Van Cruijningen is ondermeer bekend door de kaarten van Breskens en omgeving, die door hem getekend zijn. Ook de grote overzichtskaart van Breskens, afgebeeld in de Kadastrale atlas van Breskens 1832, is van zijn hand.
Noten: 1, ZV 2151aa, f119v; 2, acta kerkeraad
Uit de kerkeraads acta blijkt, dat secretaris van Cruijningen vóór oct. 1685 uit zijn bediening is gezet, hetgeen hij de nieuwe bailliu Esaias de Coster toeschreef. In jan. 1688 blijkt de Coster de opgave1 van de bevolking van Breskens te doen "als waarnemend de secretarie van Breskens". Dat suggereert dat er geruime tijd een vacature is geweest. Mogelijk is de Coster de functie blijven vervullen tot zijn overlijden oct. 1691.
Noot: 1, Vrije 497, #29
Deze is waarschijnlijk de opvolger van de Coster als secretaris, en van Van Cruijningen als notaris. Op nog onduidelijke redenen werd hij in maart 1703 door bailliu van Heussen van zijn secretarisambt gesuspendeerd1. Van Dijcke weigerde de sleutels van de griffie en de papieren terug te geven, tenzij hij de order van de Vrijheer zag, waarop de bailliu de timmerman vroeg om de deur van de griffie open te breken. Het resolutieboek, dat de bailliu nodig had lag evenwel niet in de griffie. Na enkele noodzakelijke stukken te hebben meegenomen, werd de griffie weer gesloten. Van Dijcke fungeerde later nog te Breskens als notaris. Hij overleed te Groede in 1730. Jacobus van Dijcke, zoon van Zeger van Dijcke en Anna Swijgers, was geboren te Groede omstreeks 1669. Hij was gehuwd met Maria Sohier (1676-1732), en had bij haar drie kinderen: Zeger (geb. 1702), Susanna (geb. 1706) en Anna Maria (geb. 1710).
Noot: 1, OAB 1, 12-3-1703
Dit is een onduidelijke figuur, die door bailliu van Heussen als secretaris ad interim werd aangesteld, nadat zijn voorganger van Dijcke van zijn ambt was ontheven. Van hem is verder niets bekend. Mogelijk was hij afkomstig uit Amsterdam, de woonplaats van bailliu van Heussen.
Deze werd op 22 dec. 1704 bij provisie tot secretaris van Breskens aangesteld. Op 18 januari 1705 ontving hij van de vrijheer zijn commissie als secretaris1. Op 18 juli 1706 wordt aangetekend, dat de vrijheer Bassé verboden heeft langer dan 3 dagen zonder toestemming uit de heerlijkheid weg te gaan. Bassé was in de vorige zomervakantie 2 maanden in Holland geweest, en was zoiets ook nu weer van plan. In 1707 verklaart2 de bailliu dat hij op order van de vrijheer Bassé van zijn bediening had bedankt en van zijn eed had ontslagen. Bassé heeft verder geen sporen in Breskens achter gelaten. Mogelijk was ook hij afkomstig uit Amsterdam, de woonplaats van bailliu van Heussen.
Noten: 1, OAB 1, 10-3-1705; 2, OAB 1, 20-6-1707
Deze was geboren te Utrecht omstreeks 1679, en werd bij commissie1 van de vrijheer d.d. 1 juni 1707 aangesteld tot secretaris van Breskens. Van Bueren had de eed daartoe afgelegd in Peitz, in handen van de vrijheer. De slechte ervaringen met de voorgaande secretarissen hadden de vrijheer aanleiding gegeven een "Instructie voor den secretaris" op te doen stellen. Van Bueren, die voor zijn komst naar Breskens in Amsterdam woonde, trouwde in 1709 te Breskens met juffr. Christina van Walcheren. Hij overleed reeds drie jaar later en werd te Breskens begraven op 21 dec. 1712. Zijn weduwe abandonneerde2 de boedel. Zij behield slecht haar eigen klederen en de kleren van haar man, die gebruikt zijn voor het maken van de rouw voor haar en haar twee kinderen, een bed, en een zilveren lepel en vork, die haar oudste kind als doopgift van Charles du Rie gekregen had. Te Breskens werden uit dit huwelijk 3 kinderen gedoopt, Johan, Catharina en Sara Jacoba. Het is nog niet duidelijk welk kind van deze drie in 1713 reeds was overleden.
Noten: 1, OAB 1, 20-6-1707; 2, OAB1, 10-8-1713
Servaas Loke, geboren te Groede 18 aug. 1689, werd volgens commissie van de vrijheer, getekend te Cotbus, 12 febr. 1713, aangesteld als secretaris van Breskens, terwijl zijn vader Jacobus daar als admodiateur en bailliu was gekomen. Na het overlijden van zijn vader volgde hij deze op als admodiateur en bailliu van Breskens, aanvankelijk bij provisie en definitief op 20 okt. 1722, toen hij de eed als bailliu aflegde in handen van dheer Johan van Hoorn, [oud bailliu], die hiertoe was gemachtigd door de vrijheer. Servaas Loke overleed op 15 jan. 1761. Zie ook Bailliu's van Breskens, Heren van Breskens.
Jacobus Loke, geboren te Groede 27 sept. 1696, volgde in 1720 zijn oudere broer Servaas op als secretaris van Breskens, toen deze na het overlijden van hun vader Jacobus Loke sr, hem als bailliu was opgevolgd. Op 26 sept. 1722 verkreeg hij commissie van de vrijheer. In 1742 deed hij afstand van het secretarisambt. Jacobus Loke overleed te Groede op 26 okt. 1763.
Walterus de Smidt werd geboren ca 1715. Hij werd in 1736 notaris te Groede, en op 26 nov. 1742 werd hij aangesteld tot secretaris van Breskens. Na het overlijden van bailliu Servaas Loke werd Walterus de Smidt bij commissie van de vrijheer, Mannheim d.d. 12 febr. 1761, aangesteld als baillliu van Breskens.
Van Hierschot werd geboren te Middelburg ca. 1743. Hij was clercq van Walterus de Smidt, en werd op diens aanbeveling in 1761 (commissie 12 febr. 1761) secretaris van Breskens. Na het vrijwillig aftreden van Walterus de Smidt als bailliu werd hij bij acte Mannheim d.d. 20 okt. 1776 door de vrijheer benoemd tot bailliu van Breskens.
Philip Le Clercq was geboren te Groede in 1734. In 1776 volgde hij bij commissie van 20 okt. 1776 Van Hierschot op als secretaris, toen deze tot bailliu van Breskens werd benoemd. Hij overleed te Groede op 9 dec. 1804. Nog onduidelijk is, of hij tot zijn overlijden secretaris van Breskens is gebleven. Hij was gehuwd met Maria Strain (1734- 1805), bij wie hij in elk geval twee kinderen had, Abraham en Philippe.